Een kind krijgen, vooral als het je eerste is, laat je meteen zien hoe betrokken mensen zijn – en hoeveel mensen betrokken zijn. Onze kleine man heeft straks drie opa’s en oma’s, ontelbare suikertantes en –ooms, de hele wijk zit te wachten op zijn komst en zelfs de ouders van mijn moeder zijn er nog; dus hij heeft er een overgrootopa en overgrootoma bij. Tegelijkertijd laat het zien wie je mist op zulke momenten.
Zoals mijn oma Dee. Mijn oma Dee is mijn vaders moeder en zij laat het Indische bloed door onze aderen stromen. Veel is er niet van over, maar genoeg om de nodige liefde voor tradities, eten, samenzijn en het vertellen van verhalen te delen.
Mijn oma Dee overleed toen ik een jaar of zeven was. Desondanks hebben we in die korte tijd dat we elkaar kenden een unbreakable band opgebouwd. Zowel mijn zusje als ik hadden een speciale plek in het hart van oma Dee. En nog altijd weet ik zeker dat ze van bovenaf met ons mee kijkt en in de gaten houdt wat we doen.
In de kinderkamer deelt ze een lijstje met de oma van de man, die vorig jaar afscheid van ons nam. Zodat de kleine man weet wie er over hem waken zonder dat hij ze ooit heeft kunnen zien.
Vorige week kwam mijn moeder de familiewieg brengen. Een rotan wieg, met volledig nieuwe bekleding, samen uitgezocht, door haar gemaakt. Want zoals ik zei, wij zijn mensen van tradities en deze doorgeven. In het wiegje lag een pakketje. In het pakketje zat een handgeschreven kaartje van mijn moeder en een foto van mijn oma Dee, lachend op een terras. Handtas op schoot. Het kaartje vertelde me dat mijn oma Dee de enige vrouw was van haar generatie die volstrekt niet kon breien, naaien of haken. Desondanks wilde ze iets maken voor mij, nog voor ik geboren was. Dat werd een zachtgeel dekentje, dat zowel mij als mijn zusje warm heeft gehouden. Vol fouten, verkeerde steken en halen. Maar, met bijna 31 jaar oud, nog altijd een lapje stof vol liefde.
Dus daar was ze ineens. In ons huis, in mijn armen. Dichterbij dan ze in tijden geweest was. Mijn oma Dee-kentje, klaar voor de kleine man.
Alsof het afgesproken was, ontving ik dit weekend een pakket. Geurend naar lavendel en andere kruiden. Van de zus van mijn vader, dochter van oma Dee, mijn tante Alwine. Begraven onder allemaal natuurlijke zeepjes en baby badgel lag een kleurige kimono. ‘Hij is van oma Dee geweest,’ schreef Alwine in haar handgeschreven brief. ‘Ik denk dat hij je erg mooi zal staan’.
Huilen natuurlijk. Want hoe zeker ik ook weet dat oma Dee vanaf haar wolkje mee leeft, haar weer even zo dichtbij hebben, zeker op een moment dat ik het niet verwachtte, met dekentjes en kimono’s waarvan ik niet wist dat ze bestonden, brengt ons weer even opnieuw samen.
Gelukkig dat ze er was. Gelukkig dat al die andere mensen er nog steeds zijn. Gelukkig dat er nog een mensje bij komt.
Kindje, voor eeuwig!