Liefde in tijden van corona #52

Eigenlijk is corona heel vergelijkbaar met de tropenjaren. Een dag kan jaren duren, maar een week is in een uurtje voorbij. Ergens prijs ik mezelf gelukkig dat corona en het leven met twee piepjonge kinderen mij tegelijkertijd overkomen. Immers, nu kan ik, na een dramatische nacht met nr. 2, om half acht, als de man ze naar de opvang brengt, nog ruim een uur in bed liggen en alsnog op tijd aan het werk gaan.

Blijmakers, of; lichtpuntjes

  • Een van de grootste blijmakers van de afgelopen week was dat ik op maandagavond heel hard Boudewijn de Groot aanzette. Dat vond ik fijn, want ik luister veel te weinig naar muziek. Ik kan al die prikkels in één huis niet aan en vaar het beste op rust en stilte (tussen het gesmijt met Duplo-stenen of gejengel om Paw Patrol door). Het nummer dat ik draaide was Vrijgezel, omdat het me doet denken een de goede oude tijd, waar ik met verlichte geesten vaak de politiek besprak. Nr. 1 vond het fantastisch, begon als een malle te dansen en was niet meer te stoppen toen de afspeellijst belandde bij het Land van Maas en Waal. Ik danste met nr. 2 op de arm en even was alles in mijn leven precies zoals het moest zijn.
  • Natuurlijk was er ook de sneeuwpret. Wat een magisch weekend en wat heb ik me vaak gelukkig geprezen ‘dat we dit nog mogen meemaken’. Zelf heb ik alleen op het ijs gestaan om nr. 1 op zijn ijzertjes vooruit te duwen, maar het was genoeg om 10 jaar op te teren. De liters warme chocolademelk, de gevoelloze tenen en een stiekem hapje verse sneeuw in het bos (het móést gewoon even); voor mij bestond de hele winter uit deze ene week in februari.
  • Daarnaast is er het boek van Michelle Obama, dat ik mezelf cadeau heb gedaan om te onthouden dat ik een weldenkende vrouw ben met oprechte interesse in de wereld – ook al is mijn wereld momenteel niet veel groter dan mijn huis, het welzijn van mijn kleine kinderen en het vaste rondje in het plantsoen. Lezen lukt niet vaak, maar als ik een moment op de bank kan kruipen, geeft het me precies de prikkeling waar ik op gehoopt had. En de bevestiging dat mijn hoofd nog prima werkt.

Energievreters

  • En verder is er ongemerkt weer een week voorbij gegaan. Energievreters zijn er niet echt geweest. Behalve dan mijn gebrek aan concentratie, mijn ‘wattenhoofd’, zoals een collega het noemde. Alles lijkt toch in een waas voorbij te gaan en onderweg klamp ik me vast aan de lichtpuntjes zoals hierboven beschreven. ‘Het begint langzaamaan een beetje Groundhog Day te worden’, beschreef een vriend. Ook al zo lekker raak gezegd.
  • Tijdens een online borrel op een digitaal tropisch eiland genoot ik van een wandeling langs het strand, met het rustgevende geluid van de kabbelende zee. Maar als iemand dan vroeg ‘hoe gaat het met je?’ stond ik echt een beetje met mijn mond vol tanden. Geen idee, eigenlijk. ‘Goed hoor,’ antwoordde ik, ‘een beetje saai.’ Waarmee ik mezelf in alle toonaarden bevestigde. Dat alles door lijkt te gaan, maar ik onderweg toch een beetje het vermogen verlies om een normaal sociaal gesprek te voeren.

Maar ik ruik de lente in de lucht. Er zijn avonturen in de maak. Na volgende week is het 2 maart. We gaan hoe dan ook kamperen deze zomer. Het is pas het begin van het jaar. Nog altijd zijn de blijmakers zoveel makkelijker te benoemen dan de energievreters. Net als de tropenjaren gaat ook corona weer voorbij. Dan kan ik weer gewoon met mensen praten, zingen en dansen we de hele nacht door, al dan niet met kinderen op de arm. Dan zijn de watten opgelost. Dan valt het op dat de zon feller schijnt. Dat de wind harder waait, als je hem mee hebt in plaats van tegen. Als de rook om je hoofd is verdwenen. Want Boudewijn de Groot, die is er altijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *