Normaal

Ik kan me niet meer voorstellen dat we ooit met z’n tweeën zijn geweest. Toch voel ik ook de behoefte dat alles weer ‘normaal’ wordt. Niet terug naar hoe het was; ik ben op zoek naar het ‘nieuwe normaal’.

 

Verlof is heerlijk, want mijn hoofd werkt nog helemaal niet en ik wil het liefste alleen maar naar onze kleine man kijken. En hem vasthouden. En knuffelen. En spelen. En kusjes geven. Nou ja, met hem bezig zijn dus.

 

Nadeel van deze periode is dat veel mensen op vakantie zijn en het dus best eenzaam is. Dat maakt het ook moeilijker om ‘uit de bubbel’ te komen. Terwijl ik over niet al te lange tijd alweer aan het werk moet. Bovendien lijkt het me ook wel leuk om weer een beetje vrouw te zijn naast moeder.

 

Het is ontzettend wennen om alles om voedingen heen te plannen. Zeker omdat ik borstvoeding geef is het zo onregelmatig dat je eigenlijk nergens vanuit kunt gaan. De kleine man wordt groter en begint de wereld te ontdekken. Dan wil je liever wakker zijn dan slapen. Dus die relatieve regelmaat van de eerste weken (drinken, spelen, slapen) is steeds onbetrouwbaarder. De ochtend bijvoorbeeld, slaapt ie eigenlijk standaard niet. Ik ben blij als ik kan ontbijten en euforisch als ik kan douchen.

 

Begrijp me niet verkeerd, we hebben een hele makkelijke baby. Huilt weinig, lacht veel, drinkt lekker door, heeft behoorlijke goede nachten, slaapt echter ook weinig (overdag) en knuffelt graag.

 

Laatst heb ik een speeldagje ingepland. Geen huishoudelijke taken, niet er op uit, geen sociale dingen. Alleen maar alle aandacht voor de man en hoe hij reageert op de babygym. Of als ik praat namens zijn knuffels. En wat vindt hij van het contrastboekje? Het knisperboekje? Heerlijk was dat. Glimlachjes all over the place en een scala aan nieuwe geluidjes waarvan ik de betekenis nog moet ontdekken.

 

Maar niet elke dag kan zo zijn. Dat wil ik ook niet. Ik wil de was doen, stukjes schrijven, koffie drinken met vriendinnen (eigenlijk thee, want borstvoeding). En dat betekent dat de kleine man in de kinderwagen moet. Dat ik loop te duimen dat hij de drie uur tussen voedingen enigszins aanhoudt. Doet ie natuurlijk nooit op zo’n moment. Is het ineens twee uur en ligt ie te huilen – of is het ineens vier uur, waardoor ik maar zit te wachten tot we weg kunnen.

 

Het is moeilijk, het ‘nieuwe normaal’ ontdekken. Men zegt dat je het eerste jaar bovendien niet kan vertrouwen op een ritme. Zodra je denkt dat er een ritme is, gooit de kleine man de boel weer om. Klopt aardig, tot nu toe. Tel daarbij op de vermoeidheid die, ondanks zijn redelijke nachten, onvermijdelijk is en je begrijpt dat ik nu al uitkijk naar een paar maanden na vandaag. Dat we elkaar aankijken en zeggen; “weet je nog, dat we dachten dat het nooit normaal zou worden?” En dat we dan niet eens meer weten hoe het was toen dat nog niet zo was.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *