Jubelend hoorde ik het nieuws aan dat de opvang weer open ging voor alle kinderen. Tijd voor mezelf! Tijd voor mij en de man! Maar al snel bekroop me ook een heel ander gevoel en merkte dat ik helemaal opnieuw zou moeten loslaten.
We brachten de kleine man voor het eerst naar de opvang toen hij zes maanden was. De eerste periode hadden we opgevangen met opa’s en oma’s, wat iedereen prima was bevallen. Hij was nog steeds een baby en vermaakte zich prima. Geen drama, geen gehuil, ook in de maanden daarna niet. Zelfs niet toen hij naar een nieuwe groep ging, deed hij dat relatief rustig. Dus hij voelde zich wel thuis op de opvang.
Maar nu, na 8 weken fulltime met het hele gezin thuis, is het toch andere koek. Geen opa’s en oma’s, geen afwisseling in gezelschap. Alleen maar wij en de kleine man, met onze riedeltjes in dagelijkse dingen – we wisten precies wat we aan elkaar hadden.
Nu moesten we hem opnieuw achterlaten op de opvang. Zomaar haasten na het ontbijt, zomaar overdragen aan de leidster. En niet zomaar zoals we het gewend waren, met een kus van arm naar arm. Maar op afstand, de kleine man in een rijdend bedje zetten en van je af duwen. Hij huilen en in paniek – en de man, die hem wegbracht, moest zich maar snel omdraaien en weglopen. Je kind loslaten. Alweer. Met als verschil dat dit kind nu ‘nee’ kan zeggen en ‘papa’ kan roepen.
Ik ben blij dat het de man was die hem wegbracht. Ik had de tranen denk ik niet aangekund. Want ik hou zo van ons vrolijke mannetje en voel me al zo schuldig dat ik uitkeek naar deze dag – helemaal voor mezelf. Snikkend zat ik aan mijn cappuccino.
Na tien minuten stuurde de leidster een berichtje in de opvangapp. Dat de kleine man even op schoot had gezeten en alweer lekker aan het spelen was. Nog geen uur later kregen we een kiekje van de kleine man in de tuin bij de opvang, apetrots op zijn plastic vrachtauto. Hij heeft ons alweer losgelaten. Gelukkig maar. Maakt het voor ons ook weer makkelijker.