Buiten

Ik moet het huis uit, dacht ik. Ik zit al bijna een maand binnen en daar word ik ongelukkig van. Bovendien ben ik nu een moeder van twee en zo zal ik me gedragen ook. Dus daar ging ik, met mijn beide jongens even een blokje om. Dacht ik.

Alles was kut. Ja, zo is het nou eenmaal. Nr. 1 wilde eigenlijk alleen maar zijn filmpje kijken en hing jengelend op de bank, terwijl ik verwoede pogingen deed om de draagdoek goed te krijgen voor nr. 2. Ondertussen moest nr. 1 zijn schoenen en jas aan, dus die stond op een gegeven moment klaar om te gaan. Peuters hebben dus een spanningsboog van ongeveer 3 seconden. Natuurlijk poepte nr. 2 op dat moment nog net zijn luier vol, dus kon ik weer naar de verschoontafel. Vervolgens bleek dat de draagdoek niet goed zat; nr. 2 hing ongeveer ter hoogte van mijn neus. Drie godverdommes en een herschikking later zat de draagdoek nog steeds niet helemaal goed, maar mijn oudste stond stampvoetend voor de deur en moest de buggy ingesleurd worden – het was tijd om te gaan.

De deur open, frisse lucht in mijn gezicht, daar gingen we. Ik voelde me goed, het was me gelukt. Totdat mijn broek begon af te zakken. Er bestaat nog niet zoiets als een ‘tussenbroek’, wat nu wel echt ideaal zou zijn. Want de gewone broeken kan ik nog niet aan en de zwangerschapsbroeken zakken me dus van de heupen af. Al hijsend aan die elastische band, wandelde ik het park door. Ze kregen me niet klein, deze ongemakken van het universum.

We kwam bij de grote speeltuin. Nr. 1 moest zijn energie kwijt, dus ik sjorde hem uit de buggy. Hij rende vol goede moed naar het touwklimrek en even was dat leuk. Totdat hij erachter kwam dat hij nog te klein was om naar boven te klimmen. En hij wilde zo graag naar boven. Dus boosheid, frustratie en verdriet namen het over en hij was ontroostbaar. Ik kan je zeggen, proberen een tweejarige peuter weer uit de speeltuin en in de buggy te krijgen, met een baby van vier weken tegen je aan gesnoerd, is geen pretje. Universe: 1, Hannah: 0.

We kwamen thuis. Ik dacht, ik leg nr. 2 even weg, die ligt zo lekker te tukken. Kan ik precies mooi een broodje maken voor nr. 1 en hem in bed leggen. Zo ging het niet. Nr. 2, de nieuwe kleine man, werd wakker, bedacht dat hij honger had en zette het op een krijsen. Nr. 1 zat te wachten op zijn broodje en begon ook maar te jengelen. Racend van kamer naar kamer (speentje in, broodje smeren, speentje in, kind naar bed) bracht ik het kwartier erna door. Helemaal kapot was ik.

Gelukkig had ik de middag om bij te komen. De volgende dag heb ik weer een poging gewaagd. Met mijn moeder erbij. Want twee moeders kunnen meer dan één en zo werd het toch nog een leuke ochtend. Misschien dat ik het over een poosje weer eens zelf probeer. Maar zolang ik nog verlof heb, hoef ik het ook niet alleen te doen. En dat is een geruststellende gedachte.

Eén antwoord op “Buiten”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *