Acht maanden lang lag ie perfect. Koppie naar beneden, billetjes op links, voetjes op rechts. Lekker stabiel, niks meer aan doen. Maar onze kleine man is eigenwijs.
Update: de echo was perfect. Hij ligt netjes met zijn hoofd naar beneden, helemaal good to go. Wisselt alleen nog af en toe van zij, maar kan niet meer in een stuit draaien. Opluchting en blijheid alom. En fijn dat we kunnen vertrouwen op ons gevoel, dat altijd al zei dat hij gewoon goed lag.
Drie weken terug was ie al begonnen met indalen, vertelde de verloskundige. Alles op rolletjes. Vorige week zei ook de verloskundige dat hij al mooi met zijn hoofdje in mijn bekken lag en dus al ingedaald was. Hij lag wel op zijn andere zij, voor de verandering. Toen pakte ze de dopper om naar het hartje te luisteren. Rechtsonder, rechtsboven. En er was iets van twijfel. Zijn het er toch twee, dacht ik nog.
Maar nee. In deze fase zijn billen soms wat lastig te onderscheiden van hoofdje. Allebei mooi rond. Er bestaat dus een kans dat de kleine man in stuit is gaan liggen. Mooi rond de 37 weken grens, precies het moment dat je denkt; laat hem nu maar komen. Moeten we eerst nog een ligging echo doen. Dat kan pas dinsdag.
In het begin was ik er nogal laconiek over. Ik vond het wel grappig dat de kleine zo eigenwijs nog even andersom was gaan liggen. En nog steeds heb ik het gevoel dat hij gewoon goed ligt. Dat zijn hoofdje netjes onder ligt en zijn billetjes bovenin.
Alleen als dat niet zo is, verandert er nogal wat. Of niet. Want er zijn een hele hoop mitsen en maren en stel datten in deze situatie. Uitwendig draaien is een optie, maar extra spannend omdat ik tegen die tijd op 37,5 week zit en het in minder dan de helft van de gevallen lukt bij een eerste kindje.
Lukt dat draaien niet, dan moet ik gaan bedenken of het een vaginale stuitbevalling wordt of een keizersnede. In alle gevallen schreeuwt mijn hoofd vaginaal. Maar misschien kan dat wel niet, omdat ie in een verkeerde stuit ligt. En dan moet ik een keizersnede en de gedachte daaraan maakt me zo intens verdrietig dat ik soms niet weet waar ik het moet zoeken. Wat moet, dat moet en dat zal ik accepteren. Ik merk nu alleen dat er een oermoeder in me zit, die op eigen kracht haar kind wil baren.
Misschien heb ik me de afgelopen maanden wel meer voorbereid op de bevalling dan op het moederschap. Want wat er na die bevalling gebeurt, weet niemand, dat moet je je maar laten overkomen, maar die bevalling – daarop heb je nog enige invloed. En ik ben er zo klaar voor, voor zover dat kan. Ik voel me sterk, vrouwelijk, zeker van mijn zaak. Ik wil thuis bevallen, zonder pijnmedicatie. Als ik naar het ziekenhuis moet, á la, maar een keizersnede…
Het is zondagochtend. Ik moet nog twee dagen wachten voordat ik weet of ik überhaupt keuzes moet gaan maken. Of al die what ifs op mij van toepassing zijn. Ergens denk ik dat dit misschien ook wel een mooie gelegenheid is om mijn flexibiliteit te testen. Je laten meevoeren met wat er gebeurt. Nog even beseffen dat je écht nergens controle over hebt.
De kleine man blijft ondertussen lekker draaien en schoppen en bewegen. En zolang hij dat doet, ben ik gelukkig.