Twee jaar geleden, zo rond deze periode, schreef ik een ode aan de man. Mooi moment om dat nog eens te doen. Want ook bij deze zwangerschap maakt hij van ons huis weer een thuis en voel ik me volop vrouw, náást moeder.
‘Je loopt nog steeds zo sexy,’ zei de man, terwijl ik richting de keuken waggelde voor een nieuwe kop thee nadat ik mezelf kreunend en steunend van de bank had gehesen. En zijn pretoogjes straalden en zijn glimlach was echt. Dat is voor mij echte liefde hoor.
‘Ik wil toch een eigen kamer voor de nieuwe baby. Waar ik kan voeden en we kunnen verschonen. Ik wil een plekje voor hem in kunnen richten,’ eiste ik, een paar maanden geleden, nadat we hadden besloten om in principe de commode gewoon naar onze slaapkamer te verplaatsen. Dus liet de man mij losgaan in de Ikea, boorde hij gaten voor wolkenlampjes en schilderijen, zaagde hij kleine plankjes op maat waar precies een plantje in een potje van 10cm doorsnede op past en vertrok hij geen spier toen ik een vloerkleedje van meer dan 80 euro bestelde.
‘Kun je me dat document van die zwangerschapsyoga partneravond nog eens doorsturen?’ vroeg de man vorige week, omdat hij toch weer even wilde ophalen hoe het ook alweer zat met zo’n bevalling en de fases die je doormaakt.
‘De aardbeien waren op,’ zei hij toen hij terugkwam uit de Lidl, ‘maar ik heb wel iets wat het hopelijk weer goed maakt,’ en gooide een zak met mini Kitkats naar me toe.
Op zijn tenen sloop hij de slaapkamer weer uit, nadat hij de kleine man na ons beider middagdutje bij mij in bed had gelegd, samen met een kleine stapel boeken. De kleine man nestelde zich tegen mij aan en zo lagen we een goede dertig minuten samen, op klaarlichte dag, boekjes te lezen. In het Grote Bed. Mijn oudste kind en ik. ‘Geniet maar extra bewust van die momenten met hem,’ moedigde de man mij aan, ‘voordat je straks je aandacht moet gaan verdelen.’
We lopen door de stad, in de zon en hij pakt mijn hand. Zijn vingers verstrengeld in mijn vingers, gewoon, hij en ik. En hij zegt wat hij zegt als hij zich goed voelt, als hij gelukkig is. ‘Ik heb zin in ons leven samen.’ En ik kan alleen maar zeggen, ‘ik ook.’