Mijn opa

Mijn opa is een stille genieter. Ik heb hem al jaren niet meer iets horen vertellen. Hij zit in zijn stoel, kijkt om zich heen en geniet. Veel hoort hij niet, maar observeren lukt hem nog prima. En toen ik vorige week onverwacht voor zijn neus stond met de nieuwe kleine man, glunderde hij van top tot teen.

Hij wordt geplaagd door zuurstoftekort vanwege zijn bronchitis. Daarom kan hij niet alles goed meer onthouden en is hij soms in de war. Al een paar Kerstdiners wordt er gefluisterd dat het wel eens de laatste keer kan zijn. Teveel verrassingen kan hij niet zo goed aan. Echt lopen gaat ook niet meer. Kraamvisite zou een hele uitdaging worden. Dus stapte ik met mijn moeder in de auto en nam de nieuwe kleine man maar mee naar hem.

Waar we ook zijn, in zijn eigen huis of aan tafel bij het Kerstdiner, mijn opa zit in zijn stoel en heeft genoeg aan de mensen om hem heen. Zijn dankbaarheid voor zijn familie is groter dan ik me met mijn magere 33 jaar kan voorstellen. Het is genoeg voor hem. Dat hij nog een achterkleinkind mee mocht maken was een kers op de taart. Dat er nog een achterkleinkind kwam – en toen nóg een, was meer dan hij ooit had durven dromen. Hij hoeft geen gesprekken te voeren, hoeft niet te horen waar het aan tafel over gaat. Mijn opa kan kijken en tevreden zijn.

De deur stond open toen we aankwamen. Een beetje vreemd, dat wel, maar het was benauwd en waarschijnlijk moest het in huis een beetje doorluchten. Daar zat hij, in zijn stoel. Staarde naar buiten. Als de oude Jacob, maar dan minder treurig. We gingen voorzichtig in zijn blikveld staan, Maxicosi in de hand. Zijn gezicht klaarde op, ging stralen en een lach ontblootte zijn piekfijne kunstgebit. Zijn hand ging naar het wangetje van de nieuwe kleine man, die zijn vinger stevig vastpakte.

Een uurtje en een bord warme tuinbonen met spek later, vertrokken we weer. Net als kraamvisite moet een verrassingsbezoek aan opa en oma niet te lang duren.

Ook dit jaar zal er weer gefluisterd worden, dat het misschien wel eens de laatste kerst met opa kan zijn. Maar zolang hij een stoel heeft om op te zitten en een achterkleinkind in zijn blikveld, denk ik dat we nog wel even hebben.

Eén antwoord op “Mijn opa”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *