Het gaat wel erg vaak over mij sinds ik zwanger ben. En net als ik een ode aan de man wil schrijven, zie ik dat het thema van de nieuwe &C (dat magazine van Chantal Janzen, dat ik ineens lees sinds ik met verlof ben) is: Lang leve de man. Komt mooi uit dus.
Mijn man is een echte man. Ik kan het niet anders zeggen. Ontzettend gevoelig en iemand die graag en veel praat over emoties, maar mannelijk nontheless.
Hij spendeert vijf uur waarin we eigenlijk weekend zouden vieren, aan het proberen te maken van de vaatwasser die stuk is. Als dat niet lukt besteedt hij de hele volgende dag aan het installeren van een nieuwe vaatwasser. Ik hou er van dat hij eerst alles zelf wil maken, want dat is wat hij onze kleine man ook gaat leren straks.
Hij brengt me ontbijt op bed in het weekend dat ik officieel 40 weken ben. Met een kaartje met een lachende bak popcorn. Almost ready to pop. Voor mij Volkskrant magazine, voor hem zijn lievelingstijdschrift. Naast yoghurt en een gekookt eitje ook een vers afgebakken broodje, terwijl hij een hekel heeft aan kruimels in bed.
Hij stelt me gerust als ik twijfel over mijn lijf, of onzeker ben over signalen die ik dacht te ontvangen. Want ik doe het zo goed, zegt hij, en uiteindelijk klopt mijn gevoel altijd, zegt hij. Hoe irritant het ook is, hij vertelt het me als hij het idee heeft dat de hormonen spreken in plaats van ik zelf en daarmee blijf ik dichter bij wie ik ben.
Hij zorgt er voor dat we binnen 2 dagen een nieuwe CV-ketel geïnstalleerd krijgen als blijkt dat die van ons last heeft van meer dan een storing en gewoon vervangen moet worden. Dat kan niet over een paar weken, want hij heeft warm water nodig om mij onder de douche te zetten als de weeën beginnen. Het monteursbedrijf zet, onder druk van de man, mijn man, alles op alles om de ketel op tijd te installeren.
Hij brengt het vuilnis, oud papier en glaswerk weg, zorgt voor de planten binnen en buiten, ruimt al weken de vaatwasser in en uit en bindt het bed bij elkaar met spanbanden (alles voor een soepele thuisbevalling). Hij rent uit zichzelf nog even snel naar de winkel om chocoladevla voor mij te halen, vertelt me elke dag hoe mooi ik ben, kletst ’s avonds even met de kleine man en moedigt ‘m nu subtiel aan toch maar eens naar buiten te komen.
Samen zijn we goed in leuke dingen doen, in genieten van de kleine dingen in het leven. Roadtrippen door de noordelijke weilanden, een ijsje halen bij de snackbar op de hoek. Een rondje lopen in het plantsoen en vakanties plannen voor de komende drie jaar. Stiekem nog een kaasplankje maken op een doordeweekse dinsdagavond, Lego in elkaar zetten met de gordijnen dicht.
Straks heb ik twee mannen om me heen. Twee om van te houden, twee die voor me zorgen. En bij het vooruitzicht van zo’n leven vol liefde, vallen die negen maanden als broedmachine aardig in het niets. Bedankt, mannen. Op jullie.